Individuele wandelreis Nepal | Annapurna Rond (lodgetrek)
Van dag tot dag

De tocht rondom het massief van de Annapurna is van de klassieke "lodge treks" wellicht de meest afwisselende, zowel in landschappelijk als cultureel opzicht. Bovendien heeft deze tocht als belangrijk voordeel dat je vrijwel helemaal rondom één van de grote 8000-er massieven heen loopt. Je steekt een pas over van 5400 meter hoog, maar problemen met hoogteziekte doen zich bijna niet voor door ons acclimatisieschema. Voor het acclimatiseren neem je alle tijd. Het mooie van deze tocht is dat je niet alleen door een vrijwel autoloos gebied van onder de 800 meter hoogte naar boven de 5400 meter en weer omlaag wandelt, maar ook ter acclimatisatie via een prachtig zijdal naar het schitterende Tilicho meer gaat, wat vrijwel geen andere organisatie doet.
Je ziet per twee dagen van alles veranderen: vegetatie, huizenbouw, klederdracht en berggezichten. Je loopt als het ware van de zomer, via de herfst en winter, weer de zomer in. Er zijn subtropische bossen, maar ook ijzige rotswanden en gletsjers. Je ontmoet verschillende stammen: naast hindoeïstische Chetri- en Brahmindorpen zie je hogerop de dorpen van de boeddhistische Gurung en Manangba. De Thakali van de Kali Gandaki vallei zijn bekend om hun gastvrijheid en hotelierschap! Dit is het gebied waar al heel lang toerisme gemeengoed is.

Opzet van de reis

In Kathmandu stap je in de bus naar Dumre, waar  je afslaat richting Besisahar. Daar stappen we over in een jeep die ons naar Syange rijdt.  In een dag of zes loop je langs de Marsyandi rivier omhoog. Je overnacht in lodges. De Manang vallei is pas in 1978 opengesteld voor toeristen en het heeft wel tot midden jaren 80 geduurd voordat toerisme enigszins op gang was gekomen. Vanaf Manang, op 3500 meter, wordt het gebied kaler en kouder. In deze prachtige omgeving hebben we 4 dagen om de vallei naar het Tilicho meer te verkennen. De pasoversteek zelf neemt vanaf Tilicho Base Camp drie dagen in beslag. Je loopt tussen fantastische toppen, gletsjers en rotswanden alsmaar hoger. Je hebt een schitterend uitzicht op het Annapurna massief en als je de pas eenmaal over bent, op de vallei van Mustang en de machtige wanden van de Dhaulagiri. Net over de pas, in de regenschaduw van de Annapurna heeft het landschap een woestijnachtige aanblik. Gele, grijze en rode tinten wisselen elkaar af. 
Tijdens de gehele trekking zullen we, daar waar dat mogelijk is langs die over van de rivieren wandelen waar geen gemotoriseerd verkeer mogelijk is. Op de meest recente kaarten van de Around Annapurna Trekking staat de met rood/wit signalen gemarkeerde route aangegeven. Zo lopen wij na bijv. vanaf Jomson bijna alleen maar langs de linkeroever van de Kali Gandaki rivier naar Tatopani.  Vanuit Tatopani gaan we per jeep naar Beni, waar we mogelijk moeten overstappen in een andere jeep of busje voor de rit naar Pokhara. 
Pokhara 
Een mooiere plek dan Pokhara om bij te komen van de vermoeienissen is er niet: het Annapurna massief weerspiegelt er in het stille Fewa-meer, er zijn geweldige restaurants, goede lodges en heel veel leuke winkeltjes; je kunt er lezen op de veranda, fietsen, kanoën en als je er nog niet genoeg van hebt natuurlijk ook nog even wandelen.

Een opmerking vooraf

Het gaat hier om een avontuurlijke reis. Er zijn diverse factoren die onderweg onze reisplannen kunnen beïnvloeden, hoe goed de reis ook is voorbereid. Onderstaande reisbeschrijving geeft de hoofdlijnen van de reis weer. De gids kan zich echter genoodzaakt zien om tijdens de reis verschuivingen in het geplande programma aan te brengen.

dag 1 Kathmandu naar Syange (1100 meter)

We beginnen met een lange bus/jeeprit van 8 tot 10 uur. Direct nadat je uit Kathmandu bent vertrokken, stijg je naar het pasje over de bergrand die de Kathmandu-vallei omgeeft. Vandaar heb je bij helder weer al een fenomenaal uitzicht op o.a. Ganesh Himal, Lamjung Himal en Annapurna. De weg daalt nu tot ongeveer 400 meter hoogte en loopt langs de Trisuli-rivier. Beneden zie je een enkele groep in rafts de soms onstuimige rivier afzakken. Bij Muglin, na ongeveer 4 uur rijden, stoppen we even voor de lunch waarna de reis wordt vervolgd tot Dumre. Daar verlaten we de hoofdweg naar Pokhara. We slaan hier rechtsaf de bergen in naar het plaatsje Besisahar, waar we overstappen op een jeep. Die rijdt ons in ongeveer anderhalf uur over een onverharde weg naar Tal. Daar overnachten we voor het eerst tijdens deze reis in een lodge.

dag 2 Syange-Tal (1700 meter)

Vandaag beginnen we aan onze trektocht. Op deze dag maken we al 600 hoogtemeters. We beginnen relatief laag op 1100 meter, waar de vegetatie nog subtropische kenmerken heeft. Dat gaat op deze trekking gelijdelijk aan veranderen! We kunnen vandaag al gebruik maken van een trail die niet gebruikt kan worden door gemotoriseerd verkeer.

dag 3 Tal naar Timang (2270 meter)

Het landschap is ongelooflijk mooi. Steile rotswanden, watervallen, immens groene bossen en spectaculaire hangbruggetjes geven het aanzien aan deze dag. Bovendien is er in Bagarchap, waar je zult lunchen, een kloostertje dat je kunt bezoeken. Je moet wel geluk hebben want de monniken zijn vaak weg. Aan het werk op het land of studeren in de stad. In het najaar van 1995 is Bagarchap getroffen door een aardverschuiving waarbij 24 huizen zijn vernield en 20 mensen zijn gedood.  Na Bagarchap is het nog 1,5 tot 2 uur lopen naar Timang. Zo`n drie kwartier voor Timang gaat het steil omhoog door een bos. Vanuit Timang heb je prachtig zicht op het Manaslu massief. In totaal loop je vandaag ongeveer 6 uur.

dag 4 Timang naar Chame (± 2670 meter)

Vandaag een korte wandeldag. Door schitterende bossen stijg je  naar Chame, hoofdplaats van dit gebied. Dit plaatsje heeft wat meer faciliteiten zoals internet en soms is er een (boogschutter-) festival. Vanaf het terras van de lodge kijk je recht op Annapurna II en Lamjung Himal. Onderweg zie je achter je de top van de 8100 meter hoge Manaslu.  2,5 tot 3 uur lopen.

dag 5 Chame naar Pisang (± 3200 meter)

Na een paar uur langs de rivier gelopen te hebben over uit de rotsen geblazen paden klim je weer verder naar de 3000 meter. Je passeert dan de indrukwekkende, 1500 meter hoge granietwanden die de rivier zuidwaarts dwingen, terwijl wij stijgen door een mooi bos naar de brede Manang-vallei in het noordoosten. Het eerste dorpje is Pisang. De manier waarop hier de huizen worden gebouwd, is weer heel anders. Duidelijk is dat je in een andere zone bent beland en dat het hier gemiddeld veel kouder is dan wat je tot nu toe hebt meegemaakt. De Marsyandi wordt smaller en de bruggen zijn van het Cantilever type, gemaakt van lange boomstammen die worden ondersteund door andere stammen die weer worden verankerd door netjes opgestapelde stenen. `s Middags kun je een acclimatisatietochtje maken naar Upper Pisang. Exclusief pauzes wandel je 4-5 uur tot (Lower) Pisang. Het is een mooie, makkelijk wandeldag: er is 1 keer een klim van 200 hoogtemeters en in het totaal stijg je vandaag zo’n 600 meter.

dag 6 Pisang naar Manang (3540 meter)

Je bevindt je nu voorlopig in de hoge en droge Tibetaanse wereld achter de Annapurna`s. Je loopt tussen gerstvelden. Vanaf Pisang kun je door het dal rustig naar Braga en Manang wandelen. De vallei is schaarser begroeid en de rode herfsttinten kleuren de hellingen (in het najaar). De Annapurna laat zich nu in volle omvang zien: van de 7900 meter hoge Annapurna II, de Annapurna IV, de Annapurna III, Gangapurna en Roc Noir.
Wil je iets extra`s doen, dan kun je hier je hart ophalen. Je neemt een route hoger op de berg via Upper Pisang en hebt eerst achterom kijkend zodoende een nog fraaier uitzicht op de witbesneeuwde toppen in het zuiden. Ook komen zij door twee heel authentieke bergdorpen: Gyaru en Ngawal. Warm aanbevolen!
Beide routes eindigen in het schilderachtige dorpje Braga, een tegen de rots geplakt dorp met een heel mooie, zeer oude Gompa, die een bezoek meer dan waard is. Je kunt de Gompa vandaag bezoeken, als daar voldoende tijd voor is, of morgen op de rustdag vanuit Manang. Van Braga is het nog een klein half uur lopen naar Manang. In principe blijf je hier twee nachten.
Je stijgt effectief zo’n 475 meter. Als je de hoge route neemt, wandel je in totaal een 6,5-7 uur. Via de hoge route begin je net buiten (Lower) Pisang vrij snel aan een klim van 450 hoogtemeters naar Upper Pisang en Gyaru. De lage route duurt ongeveer 3-4 uur en is aanbevolen voor de mensen die het rustig aan willen doen en/of enige last hebben van de toenemende hoogte.

dag 7 Manang: acclimatiseren

In Manang blijf je minstens één dag rusten om te acclimatiseren. Je kunt het dorpsleven bekijken en wordt telkens weer stil van de ontzaglijke witte toppen en gletsjermassa`s hoog boven je aan de zuidkant. De nachten zijn nu koud en overdag is het uit de wind heerlijk om in de zon te zitten. Wel oppassen voor verbranden. Zo nu en dan zie je op de velden de langharige yaks, die worden gebruikt als lastdieren, maar die ook leverancier zijn van boter, vlees, wol en kaas. Je kunt daar door het het stadje dwalen, verderop nog het blauw/grijze gletsjermeer gaan bekijken (goed voor het acclimatiseren!), naar de film te gaan, of een lezing over hoogteziekte bij te wonen. Als je gisteren geen bezoek hebt gebracht aan de gompa in Braga, is een bezichtiging vandaag van deze prachtige oude gompa zeer aan te bevelen!
In Manang zijn er talloze mogelijkheden voor internetten.

dag 8 Manang naar Shree-Kharka (± 3750 meter)

Na Manang is er een keuze tussen twee valleien, de ene vallei leidt je via de hoofdroute naar de Thorung-La, de andere naar het Tilicho meer. De komende 3 dagen ontdek je de Tilicho vallei en kunnen, mits je goed geacclimatiseerd bent, zelfs een bezoekje brengen aan het hoog (5000 meter) gelegen meer. Vandaag loop je aan de noordzijde van de rivier langs het Gangapurna gletsjermeer naar Shree Kharka. Het is zo’n 2,5 tot 3  uur lopen en 250 – 300 meter stijgen naar Khangsar, waar je luncht. Khangsar zelf is een dorpje dat niet op de hoofdroute ligt en nog veel authentieker dan de dorpen die je tot nu toe zag. Hou er rekening mee dat vanaf hier ook de lodges primitiever kunnen zijn dan je gewend was. Na de lunch loop je naar de lodge in Shree Kharka in ongeveer één uur.

dag 9 Shree Kharka naar Tilicho Base Camp (± 4150 meter)

De vallei wordt nu nog kaler en wilder, de bomen zijn nu op struik formaat. Hoog boven de vallei loopt een prachtige route met uitzicht op steile wanden van de Grand Barrier de diverse Annapurna toppen zoals de Gangapurna. 
Het pad is de lastigste van de hele rondgang, tenminste als de Thorung-La pas die je later oversteekt sneeuwvrij is. Je loopt hier op een pad over een steile helling waar over een breedte van 1,5 kilometer aardverschuivingen hebben plaatsgevonden. Er is (een heel kleine) kans op steenslag hier, dus blijf hier niet te lang staan en blijf opletten. Je loopt vandaag ongeveer 3,5 uur en stijgt effectief een kleine 400 meter.

dag 10 Tilicho Base Camp via Tilicho meer (± 4900 meter) naar Shree Kharka

Het wordt een lange dag! Vandaar dat je al heel vroeg op pad gaat. Op de kaart lijkt het dat je er bijna bent, maar de klim naar de oevers van het meer is lang en zwaar door de hoogte en doordat je voor de eerste keer op deze reis op een dergelijke hoogte komt. Het pad is goed en slechts op enkele plaatsen steil. Later, wanneer je de Thorung La gaat oversteken, zul je heel erg blij zijn met deze extra tocht naar 5000 meter omdat je dan veel beter aan de hoogte gewend bent dan de gemiddelde Rond Annapurna loper.  Aan je linkerhand staat de Grand Barrier met de Tilicho piek als hoogtepunt, het is een machtige wand met gletsjers. Die gletsjers stromen in het Tilicho meer. Onderweg heb je kans bharals tegen te komen, nepalees voor wilde blauwschapen. Ook zie je hoog in de bergen boven de 3000 meter soms imposante lammergieren en/of sneeuwgieren (Himalayagieren) door de lucht zweven. Na enkele uren klimmen zie je de stapel stenen met daarop een aantal gebedsvlaggen, dat is het punt waar je op de pas staat waarachter het meer ligt. Het uitzicht is fantastisch. Je kunt hier even bijkomen in een theehuis. Het meer is overigens in het voorjaar meestal nog bevroren, voor het mooie blauw moet je in het najaar zijn. Je stijgt vandaag 800 meter naar het meer, maar verliest die hoogte dezelfde dag nog omdat je terugloopt naar Shree Kharka. In totaal loop je vandaag 8 à 9 uren!

dag 11 Shree Kharka naar Yak Kharka (± 4050 meter)

Je loopt vandaag naar Yak Kharka over een nieuw pad dat direct naar Yak Kharka leidt. Ondanks dat je effectief een kleine 100 meter daalt, bestaat deze dagtocht toch uit redelijk wat dalen en stijgen, onder meer vanwege rivieren onderweg waar je overheen moet. Yak Kharka betekent yak weide en deze beesten staan vaak bij het gehucht te grazen. Als de zon schijnt, kun je ’s middags heerlijk op het terras bij de lodge relaxen. Je loopt vandaag ongeveer 4 uur.

dag 12 Yak Kharka naar Thorung Phedi (4500 meter) of Thorung High Camp (4800 meter)

Vandaag loop je in de ochtend eerst tot het einde van de vallei, daar waar hij wordt geblokkeerd door enorme rotswanden. Je stijgt naar 4500 meter naar Thorung Phedi waar je luncht. In principe loop je na de lunch nog zo’n anderhalf uur en 300 meter omhoog naar het High Camp waar je overnachte Het grote voordeel van een overnachting in het High Camp is, dat de pasdag van morgen minder lang en zwaar is. Bovendien zou je door de tocht naar het Tilicho meer dan voldoende geacclimatiseerd moeten zijn om een overnachting op dergelijke hoogte zonder grote problemen aan te kunnen. Mochten er toch problemen zijn bij het slapen op grote hoogte, dan kan ervoor gekozen worden om op 4500 meter in Thorung Phedi te slapen. Mocht je erg tegen de pasdag opzien, dan zijn er vaak wel lastdieren te huur die je over de pas brengen. Je loopt ongeveer 5½ uur en stijgt ongeveer 750 meter.

dag 13 Thorung High Camp naar Muktinath (3800 meter)

Dit is de grote dag, de dag van de pas. Vroeg opstaan, want het is raadzaam om al even voor zonsopgang te starten om voldoende tijd te hebben en om iedereen de gelegenheid te geven voor de middag de top te bereiken. Tegen de middag begint het vaak zo hard te waaien dat rust nemen op de top dan te bar wordt. Vanuit het High Camp stijg je zo’n 600 hoogtemeters tot aan de Thorung-La pas. Langzaam maar zeker ontstijg je de wereld en steeds wanneer je denkt de laatste hobbel genomen te hebben, volgt er nog één en nog één. Soms ligt er sneeuw op het pad, soms ook niet. Boven op de pas ligt de Lhato, symbool voor de goden die de pas beheersen. Het is gebruikelijk ze aan te roepen (Ke, Ke, So, So, Larkye Lo) en een steen toe te voegen aan de hoop die er al ligt. Over de hele pas zijn gebedsvlaggen geplaatst. Na de pas wacht er een lange, van tijd tot tijd nogal steile afdaling van zo`n 1600 meter, die je in alle rust moet doen, zodat je knieën niet te veel belast worden. Het zicht naar het noordwesten op het fantastische woestijnlandschap van Mustang en Dolpo is weergaloos. In het zuidwesten zien we de enorme Dhaulagiri-top.
Op de pasdag wandel je tussen de 6 en 10 uur, afhankelijk van het weer en de gesteldheid van het pad (al dan niet met sneeuw). Je stijgt eerst 600 meter tot de pas en daalt vervolgens 1600 meter tot Muktinath.
Muktinath is een magische plek. Het is een pelgrimsplaats met zowel hindoe - als boeddhistische tempels. Er branden vlammetjes boven op een bergbeek. Daaromheen is een tempel gebouwd en Hindoes zien het als de materialisatie van Shiva. Van heinde en verre komen hier pelgrims naar toe om helemaal op te gaan in het goddelijke. Een bad onder de 108 koude waterstralen is een must. Van verre komen pelgrims naar deze onherbergzame plek ter bedevaart. Soms zie je Sadhu`s die helemaal uit Zuid-India te voet hier naar toe zijn gekomen en in hun dunne oranje gewaden niet zijn berekend op de lage temperaturen die hier heersen.

dag 14 Muktinath naar Kagbeni (2850 meter)

De dag na de pas is misschien wel de meest relaxte dag van deze trek. De pasoversteek is spannend geweest omdat de meesten zich hebben afgevraagd of ze het wel zouden halen: conditioneel en qua hoogte. Vandaag is deze vraag niet meer aan de orde en iedereen kan ongestoord genieten van het schitterende landschap. Nu is het overduidelijk: je bent in de regenschaduw van de machtige Himalaya midden in een woestijn gebied. Op de tegenover liggende helling zie je over de kale bulten het pad naar Inner Dolpo gaan; naar rechts ligt het lang verboden en pas in de negentiger jaren opengestelde gebied Upper-Mustang.  
`s Morgens vroeg kun je in Muktinath boeddhistisch/hindoeïstisch heiligdom bezoeken. Later op de morgen daal je af naar de Kali Gandaki vallei en het vestingdorpje dat de toegang vormt van Upper-Mustang: Kagbeni. Het is aan te raden de route aan de noordkant van de vallei te kiezen. Van Muktinath naar Kagbeni daal je dan via Dzong in ongeveer 5 uur uur lopen een kleine 1000 meter. Het pad voert langs mooie authentieke dorpjes, die veel weg hebben van de dorpjes in Upper-Mustang. Het laatste uur van de wandeling heb je een mooie doorkijk op het indrukwekkend mooie geërodeerde landschap van Upper-Mustang. Kagbeni is prachtig gelegen tussen het Annapurna en het Dhaulagiri massief op een plek waar een zijriviertje in de Kali Gandaki rivier stroomt. De graanakkers rondom het dorp zijn in het voorjaar groen met wuivende halmen. In de brede rivierbedding naast het dorp liggen talloze keien en fossielen. De besneeuwde top van de Nilgiri –  onderdeel van het Annapurna massief – steekt majestueus uit boven het dorpje.

dag 15 Kagbeni naar Jomosom (2590 meter)

Je bent nog aan de noordkant van de Himalaya. Vandaag loop je  langs en gedeeltelijk in de bedding van de Kali Kandaki naar Jomosom. Jomosom heeft een vliegveldje en is de laatste jaren uitgegroeid tot een handelscentrum met allerlei voorzieningen. We lopen vandaag niet zo lang zodat ons kunnen voorbereiden op de terugreis per bus naar Pokhara. De weg wordt steeds verder verbeterd wat betekent dat de reistijd nu al is teruggebracht tot 8 uur. Door de wegwerkzaamheden en de aanleg van de bruggen is het landschappelijk niet meer zo mooi als het ooit was. Nog steeds voert de route je door het diepste dal van de aarde tussen de toppen van de Dhaulagiri en de Annapurna door en dat blijft spectaculair.

dag 16 Jomosom naar Pokhara met de bus, ± 8 uur

De weg wordt steeds verder verbeterd wat betekent dat de reistijd nu al is teruggebracht tot 8 uur. Door de wegwerkzaamheden en de aanleg van de bruggen is het landschappelijk niet meer zo mooi als het ooit was. Nog steeds voert de route je door het diepste dal van de aarde tussen de toppen van de Dhaulagiri en de Annapurna door en dat blijft spectaculair. Via kleinere dorpjes als Ghasa en Tatopani bereik je de lagere delen van de route temidden van groene jungle. Bij het stadje Beni kom je weer een beetje in de drukte van het laagland.

dag 17 Pokhara

Pokhara is een geweldig stadje om bij te komen van de vermoeienissen van een tocht. Het klimaat is uiterst aangenaam, de uitzichten schitterend. Je kunt er zwemmen en in een bootje varen naar de andere kant van het meer. Je kunt je er te goed doen aan allerlei ongelooflijk lekkere gerechten in de talloze restaurants. En er is van alles te koop in de vele souveniershops.

dag 18 Pokhara naar Kathmandu

Vandaag reis je naar Kathmandu. Je gaat met de bus in ongeveer acht uur terug naar Kathmandu. Wil je nog wat langer in Pokhara blijven dan kan dat natuurlijk ook.

N.B. Het is mogelijk te vliegen van Pokhara naar Kathmandu. De kosten zijn niet bij de reissom inbegrepen. Je kunt bij boeking aangeven of je wilt vliegen. Mocht de vlucht om wat voor reden dan ook geannuleerd worden, zul je per jeep / bus moeten reizen.