Snel naar:
Reisboekenshop
boeken & kaarten:
Vergelijkbare reizen:
Tell a friend
Wandelreis
Nepal | Inner Dolpo, Mu La
Van dag tot dag
Dag tot dag beschrijving Inner Dolpo, van Juphal via Do, Mukut en de Mu La naar Jomosom
Een opmerking vooraf
Het gaat hier om een avontuurlijke reis. Er zijn diverse factoren die onderweg onze reisplannen kunnen beïnvloeden, hoe goed de reis ook is voorbereid. Onderstaande reisbeschrijving geeft de hoofdlijnen van de reis weer. De lokale gids en/of de reis begeleider kunnen genoodzaakt zijn om tijdens de reis verschuivingen in het geplande programma aan te brengen.
Dag 1 en 2 vlucht van Amsterdam naar Kathmandu
Deze dagen zijn gereserveerd voor een vlucht van Amsterdam naar Kathmandu. Verschillende vluchtmogelijkheden vind je onder het kopje vliegtickets
Dag 3 Kathmandu
Verblijf in Kathmandu, zodat je deze geweldige stad en omgeving kunt verkennen. Ook na de verwoestende aardbevingen van april en mei 2015 zijn er nog heel veel bijzondere tempels, stupa’s, pleinen en markten te bekijken. Het blijft een boeiende en interessante stad.
Dag 4 vlucht van Kathmandu naar Nepalgunj
Dit is een vlucht van ongeveer 50 minuten. Van oost naar west vlieg je langs een groots stuk van de Himalaya. Als het zicht goed is kun je achtereenvolgens zien: Langtang, Ganesh Himal, Manaslu, Annapurna, Dhaulagiri en de bergen van Dolpo. Nepalgunj ligt in de laaggelegen Terai waar het tropisch heet is. We overnachten er in een rustiek hotel, met airco! Een enkele keer kunnen we meteen dezelfde dag doorvliegen naar Juphal. De overnachting wordt dan natuurlijk geschrapt en we hebben dan een extra dag op trek.
Dag 5 Nepalgunj – Juphal (2700m) – Dunai (2140m), 25 min. vliegen, 1 uur afdalen en 2 uur vlak.
De vluchten van de zuidelijk gelegen Terai de bergen in, zoals deze, gaan altijd `s morgens. Omdat op "zicht" wordt gevlogen en de ochtenden meestal het helderst zijn kiest men voor dit tijdstip. Het is een prachtige vlucht met een spectaculaire landing. Nepalgunj ligt in de Terai, het vlakke stukje land dat grenst aan India. Je zweeft over de rijstvelden tot langzaam de heuvels onder je zichtbaar worden. Heuvels worden bergen en na 20 minuten vlieg je zelfs tussen de bergen door die nu hoger zijn dan waar het vliegtuig is. Om een kam heen zwent het toestel nu naar rechts waardoor de kleine landingsbaan zichtbaar wordt. Een paar minuten laten sta je aan de grond en als het stof van de landing is opgetrokken zie je aan de rand van de parkeerplaats al een rijtje dragers die ons opwachten. Zij helpen ons de bagage naar een jeep te brengen die ermee naar Dunai rijdt. Dit is het enige stukje weg in dit gebied. Het vliegveldje Juphal ligt hoog boven de rivier op tegen de helling van de berg. Door het dorpje lopen we langzaam omlaag en je bent meteen onder de indruk van het landschap maar zeker ook van de mensen die er beslist anders en "wilder" uitzien dan in Kathmandu. De afdaling duurt ongeveer 1 uur en daarna is het vlak tot aan Dunai, de "hoofdstad" van Dolpo. Er is een lange straat met winkeltjes, een politiepost en een camping. Genoeg te beleven.
Dag 6 Voorbereidingen Dunai (2140m)
Vandaag blijven we in Dunai. Even de tijd nemen om te wennen aan deze nieuwe wereld. Tijd ook om een bezoek te brengen aan het Bön-schooltje even buiten Dunai. Hier krijgen kinderen uit de omgeving gewoon onderwijs vanuit de Bön-traditie, een perfecte mix van oud en nieuw. De Nepalese staf heeft nu tijd om alles op orde brengen voor de tocht qua paarden en voorraden.
Dag 7 Dunaï naar Dharapani, 5 uur lopen, 2700 m
Door de vallei lopen we oostwaarts langs de rivier. Hier en daar staan wat huisjes en het pad gaat wat op en neer. De bergwanden zijn soms wat kaal maar soms ook mooi begroeid met uitgestrekte wouden. Hoog tegen de hellingen zie je hier en daar een geïsoleerd dorp met de typische lemen huizen met platte daken. Na ongeveer 3 uur lopen steken we de rivier over en beginnen met de klim naar het dorpje Dharapani. We mogen kamperen op het terreintje van de school. Er is ook een lokaal beschikbaar waar je je matje kunt uitrollen.
Dag 8 Dharapani naar Barle 3 uur lopen, 3600 m
Vanaf Dharapani gaat het meteen steil omhoog. We stijgen rustig aan door de landerijen en bossen. Daar waar het vlakker wordt zien we een grote chörten/stupa als teken dat we het dorp Barle naderen. Barle is een dorp met een Bön-gemeenschap en een Bön-klooster. Gewone toeristen komen hier nooit. Het is dus voor iedereen bijzonder dat wij hier neerstrijken en belangstelling hebben voor het klooster en andere heilige plekken in de buurt. We kamperen op het schoolplein, de enige vlakke en beschikbare plek in het dorp. Gelukkig is het vakantie als we er zijn zodat we de kinderen niet onnodig zouden storen.
Dag 9 Barle, bezoek aan dorp en klooster, acclimatiseren
Barle is een prachtig dorp. We zijn er welkom en de hoofdlama zal ons vergezellen naar de verschillende plekken die voor de dorpsbewoners belangrijk zijn. We lopen de kora, dat is een rondgang van ongeveer 4 uur langs plaatsen die heilig zijn, zoals een voormalige meditaitegrot, een ongelooflijk mooi uitzichtspunt op de valleien oost- en noordwaarts (o.a. de Tarapvallei) en een ruïne. Op de terugweg nemen we nog een kijkje in het Bön-klooster dat vlak boven het dorp ligt.
Dag 10 Barle naar Lahini, 5 uur lopen, 3000 m
Nu trekken we naar het noordoosten, het is drie dagen lopen door de Tarap vallei. Deze nauwe kloof zou in Europa zeker de status hebben van Nationaal Park. Vanuit het dorp loopt het pad vrij vlak maar toch hoog boven de dalbodem zodat je steeds een mooi uitzicht hebt op de uitlopers van de Dhaulagiri en bijvoorbeeld de Jang La, de pas die naar het zuidelijker Dhorpatan leidt. Na ongeveer 1½ uur lopen buigen we naar het noorden af. Na de lunch dalen we een beetje en zo komen we op het hoofdpad dat door de Tarapvallei omhoog gaat. Dit pad kronkelt zich langzaam omhoog door prachtige oerbossen en langs donderende watervallen in de Tarap-rivier. Lahini is een mooie kampeerplaats langs de rivier; het water is koud maar zolang de zon er is gaat het nog net om al het zweet van vandaag er af te spoelen.
Dag 11 Lahini naar Toltol Camp, 5 uur lopen, 3300 m
Vandaag is het eerst weer een stukje klimmen en daarna gaat het op en neer (Nepali flat) richting een kampeerplaats aan de rivier. Een spectaculair maar goed begaanbaar pad langs steile afgronden met diep beneden je een kolkende rivier in combinatie met kale en soms loodrechte rotswanden. Onderweg passeren we pleisterplaatsen van de lokale handelaren, grote tenten waar je eenvoudige dingen kunt kopen zoals koekjes, noodlesoup e.d. We komen nu ook in het gebied waar meer yaks voorkomen en soms zien we hier ook blauwschapen.
Dag 12 Toltol naar een kamp aan de rivier, 4 uur lopen, 3850m
`s Morgens is het in de nauwe vallei nog best koud. Na een uurtje komt de zon langzamerhand in de vallei en wordt het warmer. Op een bepaald moment zien we een soort dam van een vreemd soort gesteente, anders dan in de hele omgeving te zien is. Dit fenomeen heeft een mythische verklaring waarover de gids zal vertellen als je er eenmaal bent. Trapsgewijs stijg je nu verder en je komt in een hogere, meer open vallei waar er bijna geen bomen meer zijn. We doen het rustig aan vandaag en maken kamp op een fantastische plek aan een mooie rivier met heel helder water.
Dag 13 rivierkamp naar Do Tarap, 4 uur lopen, 4100 m
Door brede dalen lopen we nu noordwaarts richting Do. Als we geluk hebben zien we karavanen passeren met soms wel honderden yaks. Sommigen gaan gras snijden voor de winter, anderen gaan boodschappen doen in lager gelegen streken. Het gebied is verder verlaten en waarschijnlijk zien we op een schaars begroeide helling wel een kudde blauwshcapen. Tenslotte verschijnen aan het eind van het dal de grauw-grijze huizen van Do Tarap, een echt Tibetaans aandoend dorpje. Je loopt langs gebedsmuren en stupa`s en ziet een beetje boven het dorp de mooi versierde boeddhistische gompa. Je bent hier in een totaal andere wereld. Nadat we zijn aangekomen zetten we de tent op, op de daarvoor aangewezen ommuurde kampeerplaats. In de namiddag en morgen hebben we tijd om Do te verkennen. Er zijn een paar kloostertjes waaronder ook het tamelijk grote Bön-klooster Shipshog.
Dag 14 Do rustdag en acclimatisatiedag
Het Bön-klooster Shipshog ligt een uurtje lopen vanaf Do. Het landschap eromheen is echt adembenemend, letterlijk en figuurlijk. Enorme grijsbruine hellingen met sneeuw bovenop in een uitgestrekte vallei. Het is er stil en soms hoor je alleen het geluid van de wind langs de rij chörten. In Do zelf leeft de Bön-gemeenschap vredig samen met de andere boeddhisten. De mensen zijn er open en gastvrij. De huizen zijn opgetrokken van keien, de kamertjes zijn klein en koud, tenzij er een vuurtje brand. Boven het dorp zie je de grote stupa`s met hun indrukwekkende ogen.
dag 15 Do naar Chan La Base Camp, 4750 m, 4 uur lopen
We staan vandaag niet al te vroeg op want het is niet ver naar de volgende kampeerplaats. Langs het Shipshog klooster lopen we verder de vallei in, waarna we na een uurtje afslaan naar het oosten. De route slingert zich door laag struikgewas gestaag omhoog totdat we op de laatste plek aankomen waar een tent opgezet kan worden. Het stroompje water is hier klein en we staan aan de voet van de pas. De omgeving bestaat uit prachtige bergwanden met verticale torens en hier en daar sneeuwresten. De zon is hier snel verdwenen waarna het ook snel koud wordt, dus vroeg de tent in.
Dag 16 Chan La BC naar Base Camp andere kant 4630 m, over de Chan La (5380 m), 4320 m, 5 uur lopen
Vandaag gaan we de eerste keer over de 5000 meter grens heen. Het is altijd weer even afwachten hoe het iedereen hier vergaat. We zijn goed geacclimatiseerd dus het zal zeker gaan maar sommigen zullen nu toch wel wat last hebben van de hoogte. De Chan La kent een lagere voorpas en na een lichte afdaling stijg je nog een stuk steil naar pashoogte. De wanden om je heen zijn kaal en zwart glinsterend van de mica. Wanneer je eenmaal op de pas bent is iedereen uitgelaten, we doen een kleine ceremonie met gebedsvlaggen en wierook en kijken om ons heen. Prachtige berglandschappen omgeven ons en diep beneden je zie je een prachtig groene plek, goed voor de paarden en voor ons om te kamperen.
Dag 17 Chap Chu naar Dadgaon, 3950 m, 7 uur lopen
We volgen nu de vallei naar het zuiden en naar beneden langs de rivier de Barbung Khola. Hier en daar ontmoeten we een herder met zijn kudde geiten of schapen. Er zijn hier een aantal dorpjes waarvan sommige ook verlaten zijn. In het koude seizoen trekken veel mensen naar warmere oorden en zelfs naar Kathmandu. Tussen en bij de dorpen zijn er ongelooflijk veel manimuren en chörtens, meest tamelijk vervallen maar ze getuigen van grote toewijding van de lokale bevolking aan het Tibetaans Boeddhisme. Ook van hieruit worden "boodschappen"karavanen georganiseerd die dan vai een aantal onbekende passen naar Jomosom gaan om daar inkopen te doen.
We kamperen net onder het dorp op veldjes die er na de oogst kaal en verlaten bij liggen.
Dag 18 Dadgaon naar Serigaon, 4040 m, 6 uur lopen
Nog een dag zuidwaarts. De imposante noordwand van de Dhaulagiri 2 komt steeds dichterbij. We volgen een pad langs de bergwand die in grote lussen door verschillende dalen heen contourt. Zo is het een pittige dag met veel ups en downs maar ongelooflijk mooi met die top van de Dhaulagiri 2 die steeds groter wordt. We eindigen de dag in het zelden door westelingen bezochte dorp Seri. Het ligt hier op een ongelooflijk mooie plek op de helling tegenover het hele Dhaulagirimassief. De silhouetten van de vele chörten steken zwart af tegen een helder blauwe lucht of tegen de witte ijswanden aan de overkant van de vallei. Dit dit echt de Himalaya ten voeten uit! In Seri is er nog een klein klooster en als het een beetje meezit worden we op de thee uitgenodigd want hier komen niet veel gasten. Men vindt het erg leuk om weer nieuwtjes van de andere dorpen te vernemen.
Dag 19 Serigaon – Mukut (4000m), 5 uur lopen
We dalen vanaf Seri een paar honderd meter af naar het bijzonder authentieke dorp Terengaon en dan nog eens zo`n stuk naar de rivier. Na de brug begint het klimmen weer. Na een grote chörten vernauwt de vallei zich tot een kloof. Aan de overkant zien we sneeuwresten in de smalle steile geulen liggen. Het wordt kouder. Na een paar uur opent de vallei zich weer in een onvoorstelbaar mooi panorama: tegen een achtergrond van gletsjers en besneeude bergtoppen ligt een klein dorp temidden van uitgestrekte landerijen. Dat moet Mukut wel zijn want er is hier geen andere bewoning. We maken kamp beneden bij de rivier, lekker om je te kunnen wassen, maar wel een beetje koud.
Dag 20 Mukut rustdag
De bewoners van Mukut zijn buitengewoon aardig. Men komt even kijken maar houdt beleefd een beetje afstand. Wie zin heeft kan in het dorpje rondstruinen. Zeker dat je weer ergens wordt uitgenodigd! Natuurlijk kun je ook het dorp in en hier en daar een kijkje nemen naar hoe men hier leeft. En dat is toch echt anders dan bij ons. Geen elektriciteit, geen stromend water laat staan een douche. Geen wifi, geen televisie. Wat een rust. De kinderen spelen met de geiten en helpen ze mee opdrijven. Guitige blikken kijken je aan.
Dag 21 Mukut Mu la Base Camp (4900m), 5 uur lopen
We slapen een beetje uit want het wordt geen lange wandeldag. Na het kamp te hebben opgebroken zwaaien de mensen ons uit alsof we een beetje vrienden geworden zijn. Nu wordt het serieus. Na Mukut begint het meteen te stijgen. Het wordt kaler en kaler. Het gras dat in Mukut nog wel groeide laat het hier op een enkele plek afweten. Het pad slingert zich langs grindhellingen naast de rivier gestaag omhoog. Het laatste stukje nog een beetje steil omhoog, oef dat voel je, bijna 5000 meter! Gelukkig is de kampeerplek nog wel groen. Dit is één van de mooiste plekken van de Himalaya. Rondom mooie grijsbruine hellingen met bovenop een wit randje maar aan de overkant, dichtbij, de bijna 8000 meter hoge wand van de Dhaulagiri 2. Geweldig. Koud is het vannacht wel maar met hopelijk een schitterende sterrenhemel begeleid door een intense stilte!
Dag 22 Mu La Base Camp-Mu La – Molum Sumna (5700-5000m), 7 uur lopen
Bij het krieken van de dag krijgen we bedtea en een bakje warm water om je de slaap uit de ogen te wrijven. Dan ontbijt en als het goed en wel licht is zijn we aan het lopen. Het pad blijft nu dicht bij de rivier en een uurtje later houdt het riviertje op te bestaan: het water is bevroren en het ligt er droog bij. Links gaat het een heuvel op en opeens staan we in een grote open vallei. Als je in de goede richting kijkt zie je een pad lopen tegen een steile kale helling aan. We vervolgen het pad naar de voet van de pas. Zigzag gaat het nu steil omhoog tussen rotsen door. Het is dan nog ongeveer 250 meter naar de pas. Sommigen moeten op dat korte stuk wel 3 keer rusten want veel zuurstof is er niet. Uiteindelijk arriveert iedereen alsook de paarden. De pas is getooid met gebedsvlaggen ten teken dat hier toch nog wel eens mensen komen. Het uitzicht is overweldigend. Terug op Dhaulagiri 2 en over de pas heen een enorme vallei. Er staat geen boom er groeit geen struik. Alleen maar gele, grijze en rode rotsen en hier en daar een besneeuwd topje. Ons kamp bevindt zich aan het eind van dit dal en dat is dan nog 4 uur lopen. Het gaan is niet zozeer zwaar want je loopt naar beneden over een breed pad (behalve het eerste stukje) maar aan het eind van de dag is iedereen toch behoorlijk vermoeid van dit lopen op grote hoogte. De kampplaats ligt op een grote vlakke pek langs iets drukkere route door Inner Dolpo tussen Do, Charkha en Jomosom.
dag 23 over Sangda La (5560 meter) naar Forest Camp 8 uur 4100 meter
De oversteek over de Sangda La bestaat eigenlijk uit 2 passen op ongeveer 2 uur lopen van elkaar verwijderd. Na de ervaring in 2017 hebben we besloten dit in één dag te doen. Dat is goed te doen en bovendien is het kamperen tussen de 2 passen in minder interessant want je hebt er nauwelijks uitzicht. Gestaag stijgen we het eerste stuk door een zeer weids landschap. Daarna verloopt het pad steeds steiler naar de top van deze pas op ongeveer 5550 meter. De afdaling verloopt over een steile zigzagroute die goed begaanbaar is maar erg stoffig. In het tussendal steken we een riviertje over en er staat een huisje. De bouw ervan is gefinancierd door een amerikaan die hier zijn zoon verloor tijdens de hevige sneeuwval en koude in 2015. Nu is er dus een soort toevluchtsplek. Het pad stijgt nu in ongeveer een half uur naar een 2e pasje waarna de lange afdaling begint. Voor je zie je een indrukwekkend grote droge vallei die uiteindelijk uitkomt in het Mustang gebied waar onze trek eindigt. We kamperen op een plek die het "forest camp" wordt genoemd, maar van bos kun je hier echt nog niet spreken. Het is met enkele lage jeneverbesstruiken wel het begin van een bos dat in de verdere afdaling wat wat meer bomen te zien geeft.
dag 24 naar Sangda 4 uur 3800 meter
Verder dalen we, steil af naar de rivier die we oversteken via een hangbrug. Daarna lopen we de rest van de dag langs de berghelling “up-and-down” totdat we een tweede rivier over moeten. Sangda zelf is een dorp ver weg van alles, hoewel het al iets meer is georiënteerd op Jomosom en de Mustang-vallei. We kamperen op een veldje boven het dorp en we kunnen met verschillende dorpsbewoners, als ze nog in het dorp aanwezig zijn, kennismaken.
dag 25 naar Dangargaon 7 uur 3215 meter
Sangda is een compact gebouwd dorpje met primitieve huizen van leem en steen met platte daken. Het regent hier dus niet veel. Na het kamp te hebben opgebroken stijgen we weer verder, eerst een paar honderd meter steil en later steeds contourend over de flanken van de bergen. Omhoog, omlaag, en weer omhoog naar 4480 meter en 4310 meter. Op deze laatste top hebben we een schitterend en ongeëvenaard uitzicht op de hele Mustang vallei met de aan de overkant liggende Damodar keten (waarover de Mustang La naar Nar en Phu). Onder je zie je de glinsterende kronkels van de Kali Gandaki terwijl een beetje naar rechts de Thorung La (de Annapurna pas) te zien is met daar weer rechts van de Nilgiri’s. Dit moet een van de mooiste uitzichten zijn van de hele Himalaya. Ook de afdaling is spectaculair langs ongenaakbare rotswanden met watervallen die de bovenliggende sneeuwvelden en gletsjers afwateren. Na een laatste klim tot 3840 meter overnachten we in het eerste dorp waar de eerste invloed van de moderne beschaving merkbaar is, Dangargaon. Er is coca cola, er zijn bomen, en er worden velden bevloeid.
dag 26 naar Jomosom 2750 meter
Een heerlijk dagje uitlopen. Eerst ongeveer 45 minuten naar de Kali Gandaki en vervolgens lopen we in ongeveer 2 uur naar Jomosom waar we onze intrek nemen in een hotelletje bij het vliegveld. Jomosom is na die lange tijd in de stilte en verlatenheid een wereldstad. Er zijn winkeltjes en er is een markt, souvenirstalletjes en een politie checkpost. Er zijn restaurants en er is bier en cola. Je kunt naar huis bellen mocht je daar behoefte aan hebben en er is wifi! `s Avonds nemen we afscheid van onze begeleidende ploeg Nepalezen die zo voortreffelijk voor ons hebben gezorgd.
dag 27 Jomosom naar Pokhara
Hoewel de weg naar Pokhara begaanbaar is, kiezen we toch liever voor een vlucht. De weg is een langdurige en oncomfortabele onderneming die vooral het eerste stuk erg wordt ontsierd door alle wegwerkzaamheden. De vlucht duurt ongeveer 20 minuten en je zweeft door het Kali Gandaki dal met links van je de Annapurna en recht de Dhaulagiri. Bij de Ghorepanipas scheer je vrij dicht over de bomen waarna je meteen verder daalt naar het kleine vliegveld van Pokhara. Vervolgens rij je met eigen bus terug naar Kathmandu.
dag 28 Kathmandu verblijf
Deze laatste dag in Kathmandu kun je nog wat plaatsen bezoeken die je nog wilde en het is tijd om je voor te bereiden op de reis naar huis.
dag 29 en 30 Kathmandu en naar huis
Afhankelijk van de gekozen vlucht vertrek je op dag 29 in de middag of op dag 30 `s morgens vroeg naar huis. Na een tussenlanding in Delhi, Istanboel of in de Golfregio ben je dan `s morgens in Amsterdam of `s avonds.