Snel naar:
Reisboekenshop
boeken & kaarten:
Vergelijkbare reizen:
Tell a friend
Wandelreis
Ecuador | 5 Vulkanen
Land informatie
Land en bevolking
Ecuador heeft inclusief de Galápagos Eilanden een oppervlakte van 283.650 vierkante kilometer (7 maal Nederland) en telt bijna 14 miljoen inwoners (schatting januari 2008). De bevolkingsdichtheid bedraagt 50 inwoners per vierkante kilometer en is de hoogste van Zuid-Amerika. De meeste mensen wonen aan de kust (Costa) en in de hooglanden (Sierra). In het Amazonegebied (de Oriente), dat ongeveer 50 procent van de oppervlakte van Ecuador inneemt, woont slechts 2 tot 5 procent van de bevolking. Ongeveer 57 procent van de bevolking woont in stedelijke gebieden. Bijna 30 procent van de bevolking leeft van de landbouw. Belangrijke exportproducten zijn aardolie, olieproducten, bananen, garnalen en bloemen. Het land heeft een zeer ongelijke inkomensverdeling, en de kloof tussen arm en rijk neemt alleen maar toe. Volgens recente analyses leeft 40 procent onder de armoedegrens. Het aandeel van de indíginas (indianen) hierin is relatief hoog. Daarbij komt dat het grote aantal éénoudergezinnen op het platteland als gevolg van de nog steeds stijgende emigratie van Ecuadoranen (veelal jonge mannen) naar de VS, Spanje en Italië. Als gevolg van de armoede is er veel kinderarbeid.
Naar schatting 25 procent van de Ecuadoraanse bevolking bestaat uit inheemse indianen (indíginas), 55 procent uit mestiezen (een vermenging van blanken en indíginas), 10 procent uit blanken en 10 procent uit Afrikaanse en Aziatische herkomst.
De indíginas wonen vrijwel allemaal in de hooglanden (Sierra) en het Amazonewoud (Oriente). Alleen de Cayape- en de Colorades wonen in de westelijke laagvlaktes. De indíginas zijn meestal werkzaam in de landbouw en leven daarnaast, vooral in het Amazonegebied, van de jacht. Samen met de mestiezen behoren de indíginas tot de onderste sociale lagen van de bevolking. De positie van de mestiezen hangt af van hun integratie met de blanken. De mestiezen leven vooral in de hooglanden en de kuststreek. De Afro-Ecuadoranen zijn tijdens de Spaanse overheersing als slaven uit Afrika gedeporteerd om in de mijnen en plantages te werken. De nakomelingen van deze slaven leven vooral aan de tropische noordwestkust. Daarnaast is er nog een aanzienlijke groep Chinezen die immigreerden in de periode dat de spoorwegen werden aangelegd, halverwege de 19e eeuw. Japanners zijn na de Tweede Wereldoorlog naar Ecuador geëmigreerd. De Chinezen en Japannners leven verspreid over het hele land. Aan de kust leeft nog een invloedrijke gemeenschap van Libanezen die in het begin van 20e eeuw naar Ecuador kwam.
De blanken zijn veruit in de minderheid maar zijn nog steeds de machtigste bevolkingsgroep. Ze bekleden de belangrijkste economische en politieke posten.
Ecuador telt ongeveer twintig verschillende inheemse bevolkingsgroepen. Veruit de grootste groep vormen de hoogland Quechua die in de Sierra (Andesgebied) leven. De Quechua zijn weer onder te verdelen in verschillende groepen zoals de Otavaleños, de Salasacas, de Cañaris en de Saraguros die alle dezelfde taal en gebruiken hebben. Hoewel de Quechua van oudsher over een goed ontwikkeld landbouwsysteem beschikken, vertrekken velen door gebrek aan landbouwgrond naar de stad. De Otavaleños zijn in de zomer vaak te zien als muzikant in de Europese grote steden en verkopen daar ook handgemaakte kunstnijverheid. De Saraguros leefden ooit in de buurt van het Titicacameer in Peru, maar werden door de Inca`s gedwongen te verhuizen naar het huidige gebied rondom de stad Saraguro. Het zijn nu voornamelijk veeboeren en van alle indianengroepen zijn ze het meest succesvol.
In het tropische regenwoud (Oriente) leven de Quechua del Oriente (grootste groep en verwant aan de hoogland Quichua), de Shuara, de Achuara, de Huaorani, de Siona-Secoya en de Cofán. De Cofán en de Siona-Secoya leven in het noordelijke deel van de Oriente. De laatste groep bestaat uit twee aparte groepen die besloten samen te gaan toen hun aantal in de loop van de 20e eeuw zeer sterk afnam. Ze gebruiken de ‘shlash and burn’- techniek. Kleine stukjes regenwoud worden gekapt en daarna in brand gestoken om de struiken en het onkruid weg te krijgen. Vervolgens worden er gewassen gezaaid en na enkele jaren trekt men weer verder en begint de cyclus opnieuw. Ze leven daardoor semi-nomadisch. De Shuara en de nauw verwante Ashuara leven in het zuidelijke deel van de Oriente. Ze leven eigenlijk maar van één gewas, de zoete maniok en de laatste jaren van het houden van vee.
Landschap
Het vasteland van Ecuador heeft grofweg drie landschappen. De Costa is de 20 tot 150 kilometer brede kustvlakte met in het zuiden het stroombekken van de Río Guayas, de grootste rivier in het kustgebied die in het westen wordt afgesloten door een zandsteenplateau (tot 300 meter hoog) met een klifkust. Aan de kust vind je vooral veel mangrovebossen en tropisch woud. De uitgestrekte bossen en plantages gaan richting Peru geleidelijk over in een smalle woestijnstrook die tot ver in Chili doorloopt. De belangrijkste rivier in het noorden is de Río Esmeraldas.
De Sierra is in feite het hoogland van het Andesgebergte dat gevormd wordt door twee parallel lopende ketens, de Cordillera Occidental en de Cordillera Oriental. Deze cordillera`s zijn verbonden door hoge drempels (nudos), waar tussenin op ongeveer 3000 meter hoogte een aantal grote kommen (hoyas) liggen. In dit gebied ligt ook de zogenaamde Laan der Vulkanen met onder meer de actieve vulkaan Cotopaxi (5897 meter) en de Chimborazo, met een hoogte van 6310 meter de hoogste berg van Ecuador. Waar de Andes oprijst, ontstaat door de stijgregens tegen de hellingen tropisch nevelwoud. Op de hoogvlaktes van de Andes vind je de páramo, een landschap voornamelijk bestaand uit grassen en lage begroeiing. Hier vind je o.a. spectaculaire bromelia`s, gentianen en de nationale trots, de Chuquiragua. Deze struik groeit op een hoogte van 3500 – 4000 meter en heeft prachtige gele bloemen.
De Oriente is een naar het oosten afdalend tropisch junglegebied (la Selva), met een zeer gevarieerde flora en fauna. Het gebied wordt doorsneden door een aantal grote rivieren waarvan de Rio Napo de bekendste is. Deze groene long wordt ernstig bedreigd door het bijna ongeremde kappen van de jungle en oliewinning.
De Galápagos archipel bestaat uit een groep van dertien grote en vele tientallen kleinere eilanden waarvan er vijf bewoond worden. De archipel ligt ongeveer 1000 kilometer uit de kust in de Grote Oceaan, ter hoogte van de evenaar. De eilanden zijn van vulkanische oorsprong en de honderden vulkanen bepalen dan ook het landschap. De oudste toppen zijn 4 tot 5 miljoen jaar oud en het gebied is een van de meest actieve vulkanische gebieden ter wereld. Op de eilanden Isabela, Fernandina en Marchena komen nog regelmatig erupties voor. De eilanden zijn nooit met het vasteland verbonden geweest en daardoor kon er in biologisch opzicht een uniek gebied ontstaan.
De kuststreken van de eilanden zijn vaak woestijn- of steppeachtig. Alleen op de hoogste delen van de hellingen van de vulkanen vindt men tropisch bos. In 1959 is de archipel tot nationaal park uitgeroepen. De plantenwereld is vergeleken met de dierenwereld vrij eentonig. Ongeveer de helft van de 350 oorspronkelijk voorkomende soorten is endemisch. Het relatief kleine aantal plantensoorten komt door de droogte op de eilanden en de onvruchtbare bodem. Door de geïsoleerde ligging van de eilanden zijn de dieren op de eilanden van nature tam, door het ontbreken van natuurlijke vijanden. De Galápagos eilanden zijn voor vogelliefhebbers een waar paradijs. Je vindt er onder andere albatrossen, aalscholvers, Darwin vinken, fregatvogels, pelikanen, flamingo`s, blauwvoet Jan-Van-Genten en de Galápagos pinguïn. Andere voorkomende dieren zijn reuzenschildpadden, land- en zeeleguanen en zeeleeuwen.
Flora en fauna
Ecuador is zich de laatste jaren steeds meer gaan profileren als ecotoeristische bestemming. Hoewel de biodiversiteit in het land enorm is, laat de daadwerkelijke bescherming van de natuur te wensen over en heeft de natuur te lijden onder een toenemende bevolkingsdruk, visserij en de winning van bodemschatten als olie.
Toch zijn een aantal gebieden nog steeds redelijk onaangetast. Het nationale park Sangay beschermt een deel van het Andes hoogland maar ook tropische jungle. Het park herbergt twee actieve vulkanen, heeft de bijzondere páramo vegetatie als de reuzenbromelia en de frailejones (espletia / wc-papier voor de armen), en is het leefgebied voor onder meer de condor, brilbeer, bergtapir en poema. De vulkaan de Cotipaxi is eveneens beschermd als nationaal park. Daarnaast heeft Ecuador nog een aantal mooie nevelwouden waar je veel soorten kolibries ziet en andere vogels als rotshanen. HT doet haar acclimatisatietrek in het Cotacachi – Cayapas park, waar je zowel door het nevelwoud als de páramo loopt.
In het tropisch regenwoud in het oosten is Cuyabeno een mooi, redelijk intact park. In de macrolobiumbomen en andere uitbundige vegetatie houden zich vogels als de harpijarend en toekans schuil, maar ook verschillende soorten slangen, leguanen en apen alsmede roofdieren als jaguars en kleinere katachtigen.Van de kustgebieden en eilanden zijn Machalilla NP en natuurlijk de Galápagos Eilanden het beste beschermd. Je vindt er onder meer reuzenschildpadden, leguanen, verschillende soorten watervogels en zeeleeuwen.
Religie
Meer dan 90 procent van de totale bevolking belijdt het rooms-katholieke geloof. Een deel van de indiaanse bevolking is aanhanger van een natuurgodsdienst. De Ecuadoraanse grondwet garandeert vrijheid van godsdienst en daardoor komen er, met name op het platteland, steeds meer andere geloofsgemeenschappen voor zoals mormonen, baptisten en Jehova`s getuigen.
De indianen vermengden de traditionele pre-Columbiaanse rituelen met het rooms-katholieke geloof. De godsdienstige invloed van het katholicisme op het dagelijkse leven is nog steeds groot, maar de vroegere belangrijke rol in het politieke leven is grotendeels verdwenen. Naast het christelijke geloof bestaan er nog steeds de traditionele natuurgodsdiensten, hoewel deze twee vaak met elkaar verweven zijn. Ook komen er animistische trekken voor en vooral aan natuurverschijnselen worden mysterieuze krachten toegekend. Zo wordt Maria geïdentificeerd met Pachamama, de godin Moeder Aarde. Bij ziekte wordt eerder een beroep gedaan op een curandero, een genezer, dan op een dokter. Een curandero maakt gebruik van kruiden en bezwerende formules. In de Andes maakt magie een belangrijk deel uit van het dagelijkse leven. Wanneer je een bergpas bent overgestoken, moet je een witte steen leggen op het hoopje stenen dat daar al ligt. Dat is een eerbewijs aan Achachilla, de eeuwenoude berggod. De geesten die op de hooggelegen plaatsten wonen, worden vereerd met rituelen, dansen en kleine offers. Zo zijn er ook huisgeesten en het geloof in kwelduivels.
Taal
De officiële taal in Ecuador is Spaans. De meeste indíginas spreken echter een van hun eigen talen. Hiervan is Quechua de belangrijkste taal en deze taal bestaat ook weer uit verschillende dialecten. De stammen uit het Amazonegebied spreken talen die onderling helemaal geen overeenkomst met elkaar vertonen. Engels wordt vrijwel nergens goed verstaan.
Geschiedenis Pre-Columbiaanse tijdperk
De eerste bewoners van Ecuador waren verzamelaars, jagers en vissers. Waarschijnlijk komen de indianen oorspronkelijk uit Azië en zijn ze aan het einde van de laatste ijstijd de Beringstraat bij Alaska overgestoken, waar op dat moment door een lagere zeespiegel een landbrug was. Men denkt dat de overgang van de eerste nomadische stammen naar een formatieve levenswijze ongeveer 5000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Het aardewerk dat van deze culturen langs de kust van Ecuador is gevonden, is het oudste ooit in de beide Amerika`s gevonden en behoort tot de zogenaamde Valdivia-cultuur. De oudste gevonden Valdivia-nederzetting dateert van ca. 3500 v.Chr. en heet Loma Alta. Een andere belangrijke archeologische vindplaats is Real Alto, een echte stad met tempels van ca. 1500 v.Chr.
Hoe deze Valdivia-cultuur zich in Ecuador ontwikkeld heeft is nog steeds onduidelijk. Een aantal wetenschappers zag sterke overeenkomsten tussen het aardewerk van de Jomon-cultuur op het Japanse eiland Kyushu. Echte bewijzen dat de Valdivia-cultuur afstamt van Japan zijn echter nooit gevonden. Bovendien komen de bewerkingen van het aardewerk overal ter wereld voor en zijn meer het gevolg van identieke technische hulpmiddelen die men had. Ook Polynesische afkomsttheorieën zijn onduidelijk en nooit bewezen.
Ook in het Amazonegebied van Ecuador woonden eerst jagers en verzamelaars. Landbouwdeskundigen ontdekten echter dat al 6000 jaar v.Chr. de cassaveplant (maniok) in cultuur werd gebracht en er steden met vele duizenden inwoners langs de oevers van de Amazone en op de hellingen van de Ecuadoraanse Andes moeten hebben bestaan. Rond 3000 v.Chr. was er al intensief handelscontact geweest tussen bewoners van de Costa en de Sierra. Bewijs is gevonden in Cerro Narrio, een pre-Columbiaans handelscentrum.
Voordat de Inca`s hun intrede deden was er al sprake van een grote culturele bloeiperiode van verschillende beschavingen. De La Tolita-cultuur bereikte haar hoogtepunt ca. 300 jaar v.Chr. o.a. in Noord-Ecuador. Deze cultuur werd beroemd door de vele gouden en platina voorwerpen die gevonden zijn. Archeologen gaan ervan uit dat het eiland La Tolita een pre-Columbiaanse heilige plaats is geweest. Vanwege het zeer hoge smeltpunt van platina is het zeer bijzonder dat het deze cultuur toch lukte om zulke fraaie voorwerpen van platina te maken. De Manta-cultuur kwam voor in de huidige provincie Manabí. Ook zij maakten prachtige voorwerpen en in de stad Manta woonden meer dan 20.000 inwoners. De Manta-cultuur kenmerkt zich verder door de uitgebreide handelscontacten met o.a. West-Mexico en Peru. Ook denkt men dat zij de ontdekkers van de Galápagoseilanden waren.
De La Tolita- en Manta-cultuur waren halverwege de 15e eeuw verdwenen en hadden plaats gemaakt voor boerengemeenschappen, de zogenaamde Sierra-culturen. Machtige Sierra-culturen waren de Cañaris en de Caras. De Caras hadden sterke banden met stammen uit het Amazonegebied en leefden aanvankelijk in de noordelijke kuststrook van Ecuador, maar trokken in de 15e eeuw naar het zuidelijke Sierra-gebied. Het spinnen en weven van schapenwol was hun voornaamste economische activiteit en dit volk werd geleid door één familie, de familie Shyri.
In het centrale deel van de Sierra woonden de Puruhá`s, een krijgersvolk onder leiding van de familie Duchicela. De Caras en de Puruhás gingen in de 14e eeuw door een aantal huwelijken samen en rond de stad Quito ontstond zo het koninkrijk Quitu. Dit volk voerde vele oorlogen tegen de Cañaris en de soldaten wedren gerekruteerd uit de gewone bevolking. Rond deze tijd kwamen ook de Inca`s ten tonele. Zij leefden aanvankelijk in de Peruaanse Andes en begonnen vanaf ca. 1430 met de uitbreiding van hun rijk. Rond 1460 begon hun strijd tegen de Cañaris met als doel de verovering van Quitu. Deze strijd werd gewonnen door de Inca-koning Tupac-Yupanqui. Uit wraakzucht door de tegenstand van de Cañaris werd de mannelijke bevolking in het Cañaris-gebied bijna geheel uitgeroeid. In 1492 werd Quito veroverd en in het noorden werden na 17 jaar strijd de Caras verslagen door de zoon van Tupac, Huayna-Capac. In het spoor van de Inca`s trokken veel Quechua-sprekende indianen uit het huidige Peru naar Quito en omgeving en de Cañaris en Caras werden naar Peru gedeporteerd. De Inca`s introduceerden de lama als lastdier, nieuwe gewassen, irrigatiemethoden en het wegennet van de Inca`s werd doorgetrokken naar Quito. De inwoners van Ecuador moesten voor de Inca`s werken volgens het Mita-systeem: geen belastingen, maar arbeid of het verrichten van diensten. Hoewel het Inca-bewind wreed en vijandig was, trouwden verschillende Inca-leiders met dochters van plaatselijke koningsdochters. Bedoeld als versterking van de eenheid in het Inca-rijk, werd juist het tegenovergestelde bereikt. De Inca`s waren namelijk vaak al getrouwd met Inca-prinsessen. Hierdoor ontstonden tussen de kinderen van beide vrouwen problemen met de troonsopvolging, waar beiden recht op dachten te hebben. Na de dood van Huayna-Cupac in 1527 werd Huascar troonopvolger, zeer tegen de zin van Atuahalpa. Er volgde een machtsstrijd die vijf jaar zou duren met Atuahalpa als uiteindelijke overwinnaar.
Spaanse overheersing
Door de komst van de Europeanen zou zijn heerschappij maar enkele maanden duren. In 1526 zetten de eerste, vaak uit de Spaanse provincie Extramadura afkomstige Spanjaarden, voet op Inca-bodem. Het waren verkenners van de Spaanse ontdekkingsreiziger en conquistador Francisco Pizarro. De goud- en zilverkoorts sloeg al snel toe onder de Spanjaarden en in 1531 kwam Pizarro terug om het gebied te veroveren. Na hevige strijd met indianen en een reis vol ontberingen bereikten ze de stad waar Atualhalpa woonde, Cajamarca. Atahualpa werd gevangen genomen en onder valse voorwendselen ca. 25 ton goud afhandig gemaakt. Toen ze hem niet meer nodig hadden, werd hij beschuldigd van verraad en aan de wurgpaal ter dood gebracht.
Verschillende andere conquistadores trokken naar het Inca-gebied. Uiteindelijk was in 1549 het hele noordelijke Inca-rijk veroverd door maar 2000 Spaanse soldaten die 500.000 indianen aan zich hadden onderworpen. Pas in 1554 werd de bestuurlijke chaos door de elkaar bestrijdende conquistadores hersteld. In 1563 kreeg het huidige Ecuador de naam Real Audiencia de Quito en zou tot ca. 1700 deel uit gaan maken van het onderkoninkrijk Peru. (De Spanjaarden verdeelden hun Latijns Amerikaanse koloniën op in vier onderkoningschappen: Mexico (Mexico stad), Colombia (Nieuw Granada), Peru (Lima) en Argentinië (Buenos Aires).) Er werd een feodaal landbouwsysteem geïntroduceerd; het land werd verdeeld onder de conquistadores, al snel gevolgd door de eerste Spaanse kolonisten. Ook de eerste slaven werden uit Afrika aangevoerd om te gaan werken op de cacaoplantages. Hoewel er nog wel naar goud en zilver gezocht werd, was al snel duidelijk dat er lang niet zoveel te halen was als bijvoorbeeld in Peru of Bolivia. Grootschalige mijnbouw bleef hier dus achterwege.
In Ecuador werden daarentegen de eerste uitheemse tarwe en bananen verbouwd. De slechte toegankelijkheid zorgde ervoor dat de meeste Ecuadoraanse indianenvolken niet met uitroeiing bedreigd werden. Het koloniale beleid van de Spanjaarden steunde op de zogenaamde "encomienda" en op de kerk. Het encomienda-systeem hield in dat er stukken land geleend werden aan de Spaanse conquistadores, ambtenaren en kolonisten. Ze waren verantwoordelijk voor exploitatie en beheer van het land, maar ook voor het welzijn van de indianen die op hun land woonden. De indianen verdienden echter zo weinig dat ze zich in de schulden moesten steken om het hoofd boven water te houden. Dit systeem van uitbuiting werd van harte ondersteund door de kerk die zelf ook grootgrondbezitter was. Ook de bekering tot het katholieke geloof werd vaak met geweld en onder dwang uitgevoerd.
Door de Spaanse onderdrukking ontstonden er al snel verschillende onafhankelijkheidsbewegingen. O.a. door belastingverhogingen ontstond er in 1592 een tien maanden durende opstand die alleen met veel geweld gestopt kon worden door de Spanjaarden.
Onafhankelijkheid
In de 18e eeuw drongen de ideeën van de Verlichting door tot in Ecuador en zorgden voor een voedingsbodem waardoor al in 1809 de eerste staatsgreep plaatsvond in Quito. In 1808 werd de Spaanse koning Ferdinand VII door Napoleon afgezet. Het verzet hiertegen in Spanje sloeg over naar de koloniën toen de nieuwe machthebbers in Europa een aantal repressieve wetten op de koloniën losliet.
In 1809 greep een groep "criollo`s" de macht in Quito. Deze opstand werd met veel geweld neergeslagen door de Spanjaarden. Twee jaar later volgden weer een machtsgreep die echter eenvoudig werd onderdrukt door de Spanjaarden. De weg naar de onafhankelijkheid kwam echter steeds meer open te liggen ook al stuurde de inmiddels weer teruggekeerde koning van Spanje Ferdinand VII, een grote troepenmacht naar de koloniën om de zaak weer onder controle te krijgen. De belangrijkste figuur in de strijd tegen de Spaanse loyalisten was de Venezolaan Simón Bolívar, de "bevrijder" (El Libertador). Hij veroverde het huidige Colombia (toen: Nieuw Granada) en Venezuela. In mei 1822 werd het rechtsgebied Quito bevrijd na de slag bij Pichincha onder leiding van Antonio José de Sucre. Bolívar wilde de bevrijde landen verenigen in een republiek of een federatie, Gran Colombia genaamd. Venezuela, Colombia en het rechtsgebied Quito traden tot de Federatie toe in 1822, maar al in 1830 viel de Federatie uiteen.
De gezaghebber van Quito Juan José Flores riep in september 1830 de Republiek Ecuador uit met dezelfde grenzen als die van het rechtsgebied. Dit gebeurde echter niet zorgvuldig genoeg en zou later tot grensconflicten met Peru leiden. De toestand van de arme bevolking veranderde nauwelijks en de politieke macht werd betwist door het conservatieve Quito en het liberale Guayaquil, oftewel tussen de Costa en de Sierra. President Flores bood de liberalen aan om per toerbeurt te regeren, waarbij het militaire gezag steeds in Quito gevestigd zou blijven. In 1843 weigerde Flores echter terug te treden voor de liberaal Rocafuerte. Twee jaar later grepen de liberalen alsnog de macht en werd Flores afgezet, maar de vijftien jaar daarna had Ecuador elf regeringen en werd de grondwet drie maal herschreven. Als gevolg hiervan stagneerde de economie volkomen. Ook waren er weer diverse grensproblemen met Colombia en Peru. Positief was dat de slavernij in 1852 officieel werd afgeschaft.
In 1835 bezocht de wetenschapper Charles Darwin de door Ecuador geannexeerde Galápagoseilanden. Zijn observaties droegen veel bij aan de ontwikkeling van de evolutieleer.
In 1860 volgde er een opstand van de conservatieven onder leiding van een van de belangrijkste figuren uit de Ecuadoraanse geschiedenis, Gabriel García Moreno, die van Ecuador een theocratie wilde maken. De zeer katholieke maar tirannieke Moreno verbood o.a. de vrijheid van meningsuiting en van drukpers en niet-praktiserende katholieken en andersdenkenden werd het staatsburgerschap ontnomen. Hij wist echter wel de rust in Ecuador te herstellen en ook economisch ging het beter. In 1875 werd Moreno vermoord en in 1895 kwam er een einde de macht van de conservatieven.
Moderne tijd
Rond 1900 was de liberaal Eloy Alfaro aan de macht en hij streefde in zijn economische politiek naar samenwerking met de kapitalistische staten, maar ook hij werd vermoord, nu door katholieke fundamentalisten. Dit naar aanleiding het invoeren van de scheiding tussen kerk en staat.
Tussen 1914 en 1925 maakte Ecuador een economische malaise door die gepaard ging met veel sociale onrust. Na een militaire staatsgreep in 1925 volgde de dictatuur van Isidro Ayora die fiscale en economische hervormingen doorvoerde. De terugkeer van een liberaal bewind in 1931 leidde tot de invoering van vrouwenkiesrecht.
In de tweede helft van de jaren dertig regeerden militaire junta`s het land. De moeilijke internationale economische omstandigheden, de politieke instabiliteit en een nieuwe oorlog met Peru vormden de achtergrond van de groeiende nationale crisis. Het klimaat was toen rijp voor een populistische demogoog als José Maria Velasco Ibarra die tussen 1933 en 1972 vijf termijnen president van Ecuador was. De positie van Velasco, die handig manoeuvreerde tussen links en rechts, hing af van zijn sterke, directe band met de bevolking en later, toen die band minder werd, van de steun van het leger. Zijn bewind kenmerkte zich door het opstellen van veelbelovende programma`s voor publieke werken, industrialisatie en landhervormingen, maar ook door een falende uitvoering van alle mooie plannen. Tijdens zijn bewind laaide het grensconflict met Peru regelmatig op. In 1941 werd de helft van het grondgebied van Ecuador zonder veel tegenstand door de Peruanen bezet. In 1942 werd het protocol van Rio de Janeiro gesloten waarin de grensverschuiving geratificeerd werd. Ecuador tekende het verdrag ook maar zou het later weer aanvechten.
In de jaren zestig en zeventig groeide de economie gestaag, en was het daardoor op het politieke front ook wat rustiger. Met name de bananenexport groeide enorm. In 1964 werd een landhervorming doorgevoerd waardoor er een einde kwam aan het systeem van grootgrondbezit (haciendas) en horigheid. In 1967 werden er grote olievoorraden ontdekt die nu nog steeds de kurken zijn waar de economie op drijft.
Begin 1972 bracht het leger Velasco ten val om de dat jaar te houden presidentsverkiezingen te voorkomen. Generaal Rodriguez Lara, die behoorde tot de links-nationalistische, zogenaamde Peruaanse vleugel in de strijdkrachten, werd president. Hij voerde echter geen echt progressief sociaal beleid maar gaf wel ruime aandacht aan de nationale economie. Begin 1976 werd Rodriguez Lara weer afgezet en vervangen door een junta die de geleidelijke terugkeer naar een burgerregering aankondigde.
Op 15 januari 1978 werd er een nieuwe grondwet aangenomen die voor iedereen kiesrecht inhield. In 1979 werd de centrum-linkse Jaime Roldós Aguilera tot president gekozen. Hij beloofde sociale en economische hervormingen ten gunste van het gewone volk, maar had de pech dat de olieprijs op de wereldmarkt kelderde waardoor alle mooie plannen niet meer gerealiseerd konden worden. Het opnieuw oplaaiende conflict over het deel van het Amazonegebied dat Ecuador in 1941 aan Peru had verloren, leidde in 1981 tot een grensoorlog tussen beide landen.
In 1981 kwam Roldós om bij een vliegtuigongeluk. Vice-president Osvaldo Hurtado nam zijn plaats in en probeerde het beleid van zijn voorganger voort te zetten. Ook hij had echter pech: grote overstromingen brachten enorme schade toe aan wegen, spoorwegen en de rijst- en bananenoogst. Hurtado ontsloeg de opperbevelhebber van de strijdkrachten en de minister van Defensie, die gekant waren tegen zijn pogingen tot verzoening met Peru. De verkiezingen van 1984 werden gewonnen door de conservatief Léon Febres Cordero. Zijn streven naar een vrijemarkteconomie en autoritaire regeerstijl zorgden voor veel sociale onrust en politieke instabiliteit.
Er volgde een coup van luchtmachtgeneraal Frank Vargas, die echter mislukte waarop Vargas werd gevangengenomen. In 1987 werd Febres ontvoerd door Vargas- aanhangers. Febres kwam pas vrij toen hij Vargas amnestie verleende. In 1988 werden de verkiezingen gewonnen door de sociaal-democraat Rodrigo Borja Cevallos. Ook hij introduceerde tal van hervormingen en wilde vooral de hoge inflatie beteugelen. Hij moest daarvoor wel impopulaire maatregelen nemen die leidden tot vele stakingen.
Zijn opvolger Sixto Durán Ballén probeerde door decentralisatie, modernisering en privatisering van Ecuador economisch en politiek een stabiel land te maken. De uitvoering van het economische aanpassingsprogramma verliep in de eerste helft van de jaren negentig moeizaam, doordat de regering voortdurend botste met een oppositionele meerderheid in het parlement en ook vakbonden en indiaanse organisaties zich fel verzetten. De parlementsverkiezingen van mei 1994 liepen uit op een forse nederlaag van de partijen van president Durán Ballén.
In 1995 volgden er weer een serie grensincidenten met Peru waarbij tientallen doden vielen. Internationale waarnemers houden sinds de wapenstilstand van april 1995 toezicht op de naleving ervan. Durán werd in 1996 opgevolgd door de excentrieke Abdalalá Bucaram (El loco = de gek), die dankzij mooie beloften veel stemmen won in de lagere sociale klassen. De door hem geïnitieerde voedsel- en woningprogramma`s zorgde voor veel enthousiasme onder de bevolking. Het bleek echter allemaal gebakken lucht en al snel startte hij gigantische bezuinigingsoperaties en in een zeer korte tijd belandde Ecuador in een ernstige economische crisis. Op 6 februari 1997 werd hij door het parlement afgezet wegens "geestelijk onvermogen".
Tijdelijk staatshoofd werd Fabian Alarcon. De presidentsverkiezingen van mei 1998 werden na een noodzakelijke tweede ronde gewonnen door de burgemeester van Quito, Jamil Mahuad Witt. In augustus 1998 werd er weer een nieuwe grondwet aangenomen. In oktober 1998 bereikten de regeringen van Peru en Ecuador een overeenkomst die de grens tussen beide landen in het Amazonegebied vastlegde. Ook kreeg Ecuador het recht van navigatie over de Amazonerivier. De slechte economische situatie leidde begin 1999 tot een vrije val van de waarde van de munt van het land, de sucre. De maatregelen van de regering om de crisis te bestrijden, stuitten op verzet van de vakbonden, maar op 18 maart bereikte president Mahuad een akkoord met de oppositie over een gematigd bezuinigingspakket.
Na maandenlange onderhandelingen keurde het IMF eind augustus een lening van $ 400 miljoen goed op voorwaarde van een verhoging van de belastingen en een hervorming van het financiële systeem. Begin oktober schortte de regering de betalingen (rente en afbetaling) op de buitenlandse schuld van 13 miljard dollar op, wat leidde tot een kredietstop door buitenlandse financiële instellingen.
21ste eeuw
Sinds 22 januari 2000 is Gustavo Noboa Bejarano president na een coup tegen de zittende president Mahuad. Honderden indianen bestormden samen met een groep soldaten de parlementsgebouwen in de hoofdstad Quito. Het Ecuadoriaanse leger vroeg Mahuad om af te treden om zo een democratische oplossing te vinden voor de crisis in het land.
In november 2002 werd de vulkaan El Reventador (3560 meter) na een onderbreking van 26 jaar weer actief. De berg begon een grote hoeveelheid gas, rook en as uit te stoten. De berg ligt ongeveer 100 kilometer ten oosten van de hoofdstad Quito, en veroorzaakte zelfs daar de nodige overlast.
De verkiezingen van november 2002 werden gewonnen door oud-kolonel Lucio Gutiérrez Borbua van de `Partido Sociedad Patriótica` (PSP). Gutiérrez maakte deel uit van de coup tegen president Mahuad. De president verkreeg aanvankelijk vooral steun van linkse en inheemse groeperingen. Sinds zijn aantreden sloeg deze steun echter om in kritiek op zijn orthodoxe economische politiek in de lijn van zijn voorgangers. Het werd Gutiérrez niet in dank afgenomen toen hij 27 van de 31 hogerechters verving in december 2004. Vervolgens ontstond er een nationale crisis toen de voorzitter van het hooggerechtshof Guillermo Castro Dager de veroordeling tegen ex-president Bucaram (zijn jeugdvriend en politiek medestander) introk. Bucaram keerde terug van zijn ballingschap in Panama en verklaarde "ik ben ouder en wijzer, maar gekker dan ooit!". Om de woedende demonstranten tot bedaren te brengen kondigde Gutiérrez het ontslag van het hooggerechtshof aan terwijl hij ook de noodtoestand afkondigde. Vier mensen lieten het leven in ongeregeldheden tussen de demonstranten en de door de overheid opgetrommelde tegendemonstranten. Het Congres dwong de president tot aftreden wegens zijn onverantwoordelijke gedrag en dictatoriale trekken. Het leger verklaarde niet op te zullen treden tegen het eigen volk en de president niet langer te steunen. Gutiérrez ontvluchtte per helikopter zijn paleis om asiel aan te vragen bij de Braziliaanse ambassade. Ook Bucaram ontvluchtte wederom het land voor asiel in Panama.
Voormalig vice-president Alfredo Palacio regeert sinds 19 april 2005 het land en is de zevende president binnen negen jaar. De 66 jarige cardioloog Palacio die zich voorheen al kritisch uitliet tegenover Gutiérrez is niet verbonden aan een politieke partij. De ontevredenheid die tot uiting kwam in de volksprotesten was niet slechts gericht tegen Gutiérrez, het was een uiting van onvrede en wantrouwen tegenover de gehele politieke klasse. Palacio staat daarom voor de uitdaging om de democratie in ere te herstellen en het vertrouwen van het volk hiervoor te winnen. Palacio deed diverse pogingen tot politieke hervormingen, die allen door het Congres werden verworpen. In een transparant proces met technische assistentie en monitoring van o.a. de VN, OAS en Spanje werd een nieuw Hooggerechtshof samengesteld.
In november 2006 won de linkse econoom Rafael Correa Delgado de verkiezingen. Op 15 januari 2007 werd hij geïnaugureerd als achtste president in tien jaar tijd.
Op 17 februari 2013 werd Correa herkozen voor een nieuwe termijn. Al in de eerste ronde behaalde hij een absolute meerderheid van 57 %, tegen ruim 30 % voor de rechtse ex-bankier Guillermo Lasso en 6 % voor de populistische oud-president Lucio Gutierrez.
Literatuur
- Nicolas Crowder, Culture Shock! Ecuador: A Survival Guide to the Customs and Etiquette
-Charles Darwin, The Origin of Species
- Elmar, Arno Luft & Ingeborg Wegter, Reishandboek Ecuador en de Galápagos Eilanden
- Footprint, Ecuador and the Galápagos Handbook
- Alexander von Humboldt, Personal Narriative of a Journey to the Equinoctal Regions of the New World
- Lonely Planet, Ecuador & the Galapagos Islands
- Arno Luft, Natuurreisgids. Het Amazonewoud en Latijns Amerika (Elmar natuurreisgidsen)
- Henri Michaux, Ecuador, A Travel Journal
- Rob Rachowiecki & Mark Thurber, Climbing & Hiking in Ecuador (5e uitgave, 2004)
- Robert S. Ridgely, Paul J. Greenfield and Frank B. Gill, Birds of Ecuador, Field Guide
Milieu
HT Wandelreizen voert reizen uit naar verre bestemmingen waar het massatoerisme (nog) niet is doorgedrongen. Wij zijn ons er van bewust dat we reisproducten aanbieden en verkopen die in vele opzichten milieubelastend zijn of kunnen zijn. Zowel de afstanden die worden gevlogen als ook de kwetsbaarheid van de verschillende gebieden, in ecologische en culturele zin, dwingen ons de grootste zorg in acht te nemen bij het aanbieden en uitvoeren van onze reizen.
HT Wandelreizen wil haar verantwoordelijkheid t.a.v. het milieu nemen om zoveel mogelijk te waarborgen dat we ook in de verre toekomst nog van deze prachtige plekken op onze planeet kunnen genieten.
De deelnemers worden verzocht het volgende in acht te nemen:
-Op trektocht de vegetatie ongemoeid te laten.
-Alle afval te verzamelen, collectief te verbranden en daarna met aarde te bedekken, dan wel mee te nemen/geven tot het eind van de tocht.
-Je behoefte te doen op veilige afstand van bronnen en rivieren, en het geproduceerde af te dekken met stenen, aarde of bladeren. WC-papiertje aansteken schijnt ook goed te werken.
- Batterijen mee terug te nemen naar Nederland.
Trees for All
HT organiseert voor het overgrote deel vliegreizen naar afgelegen bestemmingen. De aarde warmt op en we kunnen en willen er niet meer omheen dus tijd voor actie: vanaf 2013 zijn in samenwerking met Trees for All (een erkend goed doel met CBF-Keur) alle bij HT geboekte vliegreizen klimaat gecompenseerd. Dat doen we door de CO2 en andere broeikasgassen, die we met onze reizen veroorzaken, uit de lucht te halen. Op Mount Malindang op de Filippijnen steunen wij een project, waarbij het nog bestaande natuurpark beschermd wordt tegen boskap.
De lokale bevolking ontvangt een vergoeding voor duurzaam bosbeheer. Daarnaast is er een gebruiksbos voor hen aangeplant om te kunnen voorzien in hun levensbehoeften. Hierdoor voorkomen we dat de bomen de CO2 weer loslaten in de lucht en dat jaarlijks circa 150 hectare bos verdwijnt. Jouw reis hebben we alvast voor je gecompenseerd zodat jij met een goed gevoel met ons op reis kunt!
Voor meer informatie over Trees for All, bomendonatie en de projecten verwijzen we je naar de website: www.treesforall.nl.
Batterijen
In veel derde wereldlanden functioneert het afval ophaal- en verwerkingssysteem niet of nauwelijks; zeker niet naar onze maatstaven van duurzaamheid. Het weggooien van giftige batterijen is een groot probleem voor de drinkwatervoorziening. Daarom willen we graag hier een steentje bijdragen aan het voorkomen van veel ellende op lange termijn. Neem batterijen dus mee terug naar Nederland.
Lege batterijen? Lever ze in en win!
Win reischeques met lege batterijen!
Heb je 10 lege batterijen? Dan maak je kans op een van de vele reischeques.
Wat moet je doen`
Doe 10 lege batterijen in een zakje. Schrijf je naam, adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer op een briefje en stop dat erbij. Deponeer het zakje vervolgens in de inzamelton bij een van de duizenden inleverpunten.
Waar kun je de lege batterijen inleveren`
Supermarkten, winkels (kijk op legebatterijen.nl welke supermarkten en winkels meedoen aan de actie), gemeentedepot / milieustraat of chemokar
Actievoorwaarden
Kijk voor meer informatie over de actie op legebatterijen.nl. Organisator: Stichting Batterijen, Postbus 719, 2700 AS Zoetermeer.
Souvenirs van bedreigde dieren en planten
Het Wereld Natuur Fonds voert campagne over souvenirs van wilde dieren en planten. In de campagne roept het Wereld Natuur Fonds op dit soort souvenirs niet te kopen en de natuur op vakantiebestemmingen te laten zoals die is, zodat we over 10 jaar nog steeds kunnen genieten van die prachtige en onmisbare natuur. Wat veel mensen ook niet weten is dat zij een fikse boete riskeren bij de douane. Want souvenirs van beschermde dieren en planten mogen helemaal niet, of alleen met de juiste vergunningen worden ingevoerd.
Er is een top 10 van bedreigde dieren en planten waarvan veel souvenirs in beslag worden genomen door de douane. Meegebracht door toeristen die vaak niet wisten dat het helemaal niet of alleen met speciale vergunningen mag.
Top 10 van dier- en plantensoorten die vaak de dupe worden van de handel in souvenirs:
* Koralen
* Grote Schelpen
* Olifanten
* (Zee) schildpadden
* Grote Katten
* Slangen en hagedissen
* Krokodillen
* Papegaaien
* Vlinders
* Orchideeën en cactussen
Natuurlijk kun je ook souvenirs tegenkomen van dieren of planten die hierboven niet zijn genoemd. Als ze zijn gemaakt van wilde dieren of planten, wordt er aangeraden om bij twijfel niet te kopen. Het gaat immers om meer dan regels en boetes. De prachtige natuur op vakantiebestemmingen blijft behouden door te kijken, en niet te kopen.
Welke bedreigde planten en dieren leven er in Zuid Amerika? En wat zijn de meest voorkomende souvenirs van deze soorten die je op je reis kunt tegenkomen? Kijk voor meer informatie op de website van het WNF.